Vandaag ben ik al vroeger op pad, want ik wil vooral op tijd in Bütgenbach zijn voor de bus naar Eupen. De tent is aan de binnenzijde helemaal nat door condensatie.
Ik pik de Venntrilogie een kilometer ten oosten van Longfaye weer op. Hier slingert het pad over brede boswegen door het bos van Hergister, tot aan de N68-autoweg naar de Baraque Michel. Na de oversteek moet er een klein pad, parallel aan de weg, gevolgd worden. Het is leuk, met flink wat modder en zo daal ik geleidelijk aan af naar de Trô Maret. Dit veenriviertje mondt bij Bevercé in de Warche uit. Het eerste deel is mooi, met knuppelpaden langs het riviertje, maar ook tal van boomwortels en wat modder.
Na de oude douaneweg gaat het dan over een breder pad tot je aan het gedeelte komt waar de rivier een diepe geul in de rotsen gegraven heeft en je van een "canyon" mag spreken. Maar, jammer genoeg, is dit deel momenteel niet bewandelbaar. Enkele weken geleden zijn rotsblokken losgekomen en de veiligheid kan niet gegarandeerd worden. Ik volg dan maar de aangepaste GR-bewegwijzering, omlaag naar de Pont de la Spinette over de rivier, dan weer omhoog, om een eind verderop aan de Ferme Libert uit te komen. Geen wafels voor mij, maar wel nog 26 kilometer op mijn bord. Na een kort stuk doorheen een bike park komt er aan de Ermitage Saint-Antoine een steil stuk aan. Bijna 100 meter naar boven op zeer korte afstand. Ik hijg me te pletter, maar geraak uiteindelijk boven op de crête. Hier is het pad zeer smal en afwisselend. Eens langs een veld, soms tussen de bomen en dan weer tussen struikgewas. Een erg leuk stukje. Uiteindelijk kom ik aan de Rue Outrelepont die me Malmédy binnen leidt.
Een goed moment om een hap te eten. De bakkers zijn gesloten, dan maar even kijken wat er in een klein winkeltje te rapen valt. Achter de kathedraal, naast het Malmundarium, installeer ik me op een bankje. Ik kijk uit op de vijf stenen tafels met de namen van slachtoffers van het Ardennenoffensief in de winter van 1944-45. Een groot deel ervan kwam om tijdens bombardementen door de Amerikanen. Hoewel het stadje tijdens de slag de hele tijd in handen van de Amerikanen bleef, bombardeerde de Amerikaanse luchtmacht Malmédy drie dagen na elkaar “per ongeluk”, zoals dat dan heet. Er zitten ook bekende namen tussen, zoals die van Madame Adèle Bodarwé. De cafébazin, en sympathisante van de Duitse zaak, werd vermoord door SS’ers die aan het kruispunt van Baugnez eveneens een 80-tal Amerikaanse krijgsgevangen in koelen bloede vermoordden.
Na mijn middagpauze begin ik aan de laatste 22 kilometer. Malmédy wordt verlaten via een kruisweg naar de Chapelle du Calvaire. Ik heb dan wel geen kruis op mijn rug, maar de ongeveer 9 à 10 kilogram op mijn rug zijn zwaar genoeg om van de enorme treden een marteling te maken. Andermaal 100 meter naar boven! Het zal niet de laatste beklimming zijn, maar wat volgt is wel makkelijker. Aan een watertoren heb je een uitzicht op Bevercé en Mont. De volgende kilometer volg je de dikke buizen van het waterpompstation en reservoir van Chôdes. Dat haalt zijn water uit het stuwmeer van Robertville en voorziet Malmédy van drinkwater.
Heel even moet je langs een kalme baan wandelen om dan weer richting vallei van de Warche te wandelen. Meer dan eens krijg je een spectaculair zicht op de rivier. De kaalslag door bosbouw op de omliggende heuvels is, hoewel het een troosteloze aanblik geeft, toch erg indrukwekkend. Niet veel verder kom ik aan een afslag waar de Venntrilogie naar de valleibodem gaat en de GR in de hoogte blijft. Ik blijf op de GR en wandel zo naar de Nez Napoléon. Ook hier weer mooie uitzichten op de vallei. Wat verderop kan je door de bomen het kasteel van Reinhardstein herkennen. De Venntrilogie blijft aan de voet aan het kasteel en biedt daar een mooier uitzicht op het bouwwerk. Maar ik ben vermoeid en wil die extra afdaling en latere klim niet meer doen.
Voor je het weet heb je de diepe vallei van de Warche verlaten en kom je aan de 100 jaar oude stuwmuur van Robertville. Hier wordt het water van de Warche en enkele kleinere waterlopen gestuwd. Het pad blijft op de zuidelijke zijde van het stuwmeer. Eens wandel je op een smalle strook over boomwortels en door modder, dan weer een bredere weg. De afwisseling is leuk. Ondertussen heb je voortdurend zicht op het water. In de herfst moeten de kleuren van het bladerdak zeker extra cachet geven. Bij Outrewarche steek je de rivier tenslotte over en daal je af naar een knuppelpad langs het water. Een rustig plekje. Het knuppelpad verkeert momenteel nog in erg slechte staat, dus is voorzichtigheid geboden. Opeens takken de GR en Venntrilogie af, bergop door het bos, dan langs een veld. Voor me zie ik de Vennbahn al opdoemen. De oude spoorwegbeddingen vallen hier in de regio erg op, omdat ze vaak een eind boven het landschap uittorenen. Wat verderop kom ik opnieuw langs de Warche. Ook weer een mooi stuk met uitzichten op de nu ondiepe Warche-vallei.
Aan een tunnel onder de Vennbahn moet ik omhoog om dan een stukje de oude bedding te volgen. Deze passage gaat vrij snel, al snakken mijn voeten nu ook naar rust. Ter hoogte van Weywertz verlaat de Venntrilogie de RAVeL en gaat nu twee kilometer door mooi graslandschap, af en toe onderbroken door hagen en de Vennbahn. Net voor Bütgenbach moet ik omhoog over een zogenaamde Vennquerbahn, één van de kleinere treinlijnen van destijds die van de Vennbahn aftakte. Ik bereik Bütgenbach tenslotte in de schemer. Moe en voldaan!
Gegevens wandeling:
Datum: Donderdag 23/02/2023
Etappe: Longfaye > Bütgenbach
Afstand: 34,3 kilometer
Stijgingsmeters: 620m
Dalingsmeters: 586m
Weer: Mistig, soms lichte regen, voortdurend bewolkt