Bij een wandeling in de bergen kom je ze zeker al eens tegen: herdershonden. Ze zijn er om de kuddes schapen of geiten te beschermen tegen alle soorten bedreigingen van andere dieren, zoals wolven en loslopende wilde honden.
In Frankrijk worden de herdershonden "chiens de protection" genoemd. Maar nog bekender is de term "patou", die komt overgewaaid uit de Pyreneeën en voor alle soorten herdershonden wordt gebruikt. Ze leven van jongs af aan samen met de kudde en leren zo waakzaam te zijn voor indringers op hun territorium. Met hun gestalte en geblaf jagen ze echter ook menig wandelaar schrik aan. Nochtans is hun taak vooral eentje van afschrikken en niet zozeer eentje van aanvallen. Eigenlijk hoef je je dus niet bedreigd te voelen.
Als wandelaar kan je je aan de volgende 8 tips houden om miserie met patous te voorkomen:
Indien mogelijk probeer je op een zekere afstand van de kudde te blijven.
Kan je de kudde niet ontwijken, dan kan het zijn dat de patou jou komt besnuffelen en eventueel blaffen. Hij zal je een eind vergezellen tot hij de afstand tussen jou en de kudde groot genoeg acht om terug naar zijn dieren te keren.
Ga geen schapen, geiten of lammeren aaien, hoe schattig de dieren ook zijn of hoe dicht ze ook mogen komen.
Maak geen bruuske bewegingen die de hond zou kunnen interpreteren als een gevaar voor zichzelf of de kudde, zoals staan zwaaien met je armen of een (wandel)stok. Ook niet gaan weglopen uit schrik of iets beginnen gooien ter verdediging.
Kijk een patou niet recht in de ogen. Zo daag je hem uit.
Wandel voorzichtig door.
Heb je een hond bij, hou hem dan de leiband. Als de patou agressief reageert op jouw hond, kan je niet meer doen dan afwachten. Niet tussenbeide komen dus.
Slapende patous kunnen wakker gemaakt worden door passerende wandelaars en beginnen dan instinctief te blaffen. Blijf rustig doorwandelen.