Dit artikel legt in detail uit aan welke moeilijkheidsgraad je je mag verwachten op een wandeling van Ultimate Hiking, net als de fysieke conditie die nodig is om de tocht(en) tot een goed einde te brengen.
Moeilijkheidsgraad
Om de moeilijkheidsgraad van een pad in België te quoteren is de schaal die de Zwitserse Alpenclub SAC opstelde (niveau T1 tot T6) eigenlijk niet van toepassing. De Zwitsers houden immers rekening met bergpaden, terwijl we die in België amper of niet hebben. Belgische wandelpaden vallen zo goed als allemaal binnen niveau T1 van de SAC. Daarom heb ik een schaal opgesteld op basis van het soort paden dat we in België kennen, gaande van 1 tot 6, van makkelijk tot moeilijk.
1) Brede, makkelijk begaanbare paden zonder enige techniciteit. Passages over asfaltwegen (minimum 1 wagenbreedte). Het hoogteverschil is verwaarloosbaar, maximaal 10m per kilometer.
2) Brede, redelijk makkelijk begaanbare paden met zeer beperkte techniciteit. Het kan gaan om passages over asfalt of brede bospaden of veldwegen (wagenbreedte). Het hoogteverschil is verwaarloosbaar, maximaal 25m per km
3) Smallere wegen of paden (max 2 personen naast elkaar), met beperkte techniciteit. Het oppervlak is niet altijd plat, het pad kan bezaaid liggen met stenen en kuilen. Het hoogteverschil is minimum 50m per km
4) Smalle paden (maximum 1 persoon breed) met een redelijke techniciteit. Het terrein is geaccidenteerd en bezaaid met stenen en kuilen. Het hoogteverschil is minimum 80m per 1km (vb: de wandelingen van de Ninglinspo of de Hoëgne)
5) Zeer smalle paden met veel techniciteit. Het terrein is zeer geaccidenteerd. Goede tredzekerheid is vereist. Soms is het gebruik van handen ook nodig. Het hoogteverschil is minimum 120m per 1 km. (vb: laddertjes van Rochehaut, de GR16 tussen Bouches du Ruy & Alle, westelijke klim naar de Hérou, de klim naar Belvédère de Thiry in Coo of de toegang naar de Roches de Crahay vanaf de Ninglinspo)
6) Erg smalle paden met hoog gehalte aan techniciteit. Je moet over een zeer goede tredzekerheid beschikken. Handen zijn nodig om je vast te houden aan rotsen of kettingen en touwen. Het terrein is bijna verticaal. (vb: oostelijk gedeelte van de klim naar de Hérou).
Fysieke paraatheid
1) Je moet in staat zijn om 15 kilometer te wandelen met volgeladen rugzak (maximaal 15 kg) op vlak terrein, maximaal 100m stijging per 20 km, met regelmatige pauzes (1 per uur). Het tempo ligt tussen 3 à 3,5 km/u.
2) Je moet in staat zijn om 15 kilometer te wandelen met volgeladen rugzak (maximaal 15 kg) op licht geaccidenteerd terrein, 250m stijging per 20 km met regelmatige pauzes (1 per uur). Het tempo ligt tussen 4 à 4,5 km/u
3) Je moet in staat zijn om 20 kilometer te wandelen met volgeladen rugzak (maximaal 15 kg) op geaccidenteerd terrein, 500m stijging per 20 km, met slechts enkele pauzes (1 per 2 uur). Het tempo ligt tussen 4 à 4,5 km/u.
4) Je moet in staat zijn om 20 kilometer te wandelen met volgeladen rugzak (maximaal 15 kg) op geaccidenteerd terrein, 750m stijging per 20 km gedurende meerdere uren zonder pauze. Het tempo ligt tussen 4 à 4,5 km/u.
5) Je moet in staat zijn om 20 kilometer te wandelen met volgeladen rugzak (maximaal 15 kg) op geaccidenteerd terrein, 1000m stijging per 20 km gedurende meerdere uren zonder pauze. Het tempo ligt tussen 4,5 à 5 km/u.
6) Je moet in staat zijn om 20 kilometer te wandelen met volgeladen rugzak (maximaal 15 kg) op zwaar geaccidenteerd terrein, 1000m stijging per 20 km gedurende meerdere uren zonder pauze. Het tempo ligt tussen 5 à 5,5 km/u.