Sommige wandelaars willen hun hoofd er niet over breken en zoeken professionele hulp om een tocht voor hen uit te stippelen en de verdere omkadering te verzorgen. Echter kan je dit allemaal zelf regelen en zijn er in de meeste gevallen voldoende bronnen - zoals boeken, websites, blogs, fora,... - beschikbaar om je bij het plannen van een tocht te helpen. En eerlijk gezegd: tochtplanning is één van de leukste aspecten van het wandelen en is eigenlijk niet zo moeilijk.
Maar hoe begin je daar als beginnende wandelaar nu aan? In dit artikel probeer ik jou op weg te helpen door zelf enkele praktische voorbeelden te gebruiken, waaronder mijn tocht op de GR5 door de Alpen (Traversée des Alpes) in de zomer van 2019. Op het einde van dit artikel leer je om zelf etappes te plannen.
Ik raad aan om toch al verschillende dagtochten te hebben gedaan alvorens de stap naar een meerdaagse tocht te zetten en hoop ook dat je uit de voeten kan met een wandelkaart. Zoek je inspiratie voor leuke dagtochten, dan kan je op deze pagina terecht.
Inhoud van dit artikel:
Welke tocht en beschikbare tijd?
Dat is wellicht de belangrijkste vraag die ik me steeds stel: waar wil ik gaan wandelen en wanneer? Misschien heb je op Ultimate Hiking al wat inspiratie opgedaan of verslagen van andere wandelaars tegengekomen op sociale media en denk je: "die tocht wil ik ook maken!" Het is dan handig om een lijstje bij te houden en misschien al even na te gaan hoelang die tocht is en hoeveel hoogtemeters er zijn, zonder verder teveel in detail te gaan. Zo kan je al een mooi lijstje samenstellen.
Een lijstje ziet er bijvoorbeeld als volgt uit:
GR223 Tour du Cotentin (ca. 615 km),
Weg des Gedenkens (96 km),
Rothaarsteig (155 km, 3060m D+),
GR738 Traversée de Belledonne (125 km, 9600m D+),
GR70 Chemin de Stevenson (225 km, 8400m D+),
GR58 Tour du Queyras (105 km - 7640m D+),
GR56 Tour de l'Ubaye (155 km, 9000m D+),
GR54 Tour de l'Oisans et des Écrins (186 km, 11800m D+),
Camino de Santiago.
Ik noem het een wandelverlanglijstje.
Sommige tochten op mijn lijst zijn drukbezocht, andere minder. Mijn bedoeling is om dat lijstje in de volgende 4 à 5 jaar af te werken. Ondertussen kunnen er natuurlijk nieuwe tochten bijkomen op de lijst of schrap ik er. Alles kan.
Oorspronkelijk had ik mijn zinnen erop gezet om de Traversée des Alpes in twee keer te doen, telkens een helft. Uiteindelijk kwam het door omstandigheden anders en wandelde ik in 2018 ongeveer 135 kilometer en in 2019 de resterende 3/4 van de totale afstand. Hoe ik bij de Alpendoortocht terecht was gekomen? In 2016 en 2017 had ik delen van de GR5 in de Vogezen gedaan en dus was het logische vervolg ofwel de Jura, ofwel de Alpen. Het finishen aan de Azurenkust sprak me dan weer om sentimentele redenen aan.
Voor Frankrijk is er trouwens een handige overzichtskaart met alle GR's waarvan er een officiële topogids bestaat. Je kan deze hier vinden. Opgelet: het kan een poos duren vooraleer de kaart geladen is, want het betreft een zeer groot .pdf-bestand (6 MB). Aan de gekleurde lijnen kan je zien of een GR een officiële topogids heeft - uitgegeven door de Franse wandelfederatie FFRP - of niet (dunne grijze lijnen). Zo zie je bijvoorbeeld dat er voor de GR5 in de Alpen vier verschillende kleuren gebruikt werden. Dat betekent dan ook dat er voor de verschillende delen vier afzonderlijke topogidsen zijn: voor de Beaufortain, de Vanoise, de Queyras+Ubaye en de Mercantour.
Afhankelijk van de beschikbare tijd die ik heb, kies ik mijn tocht. Voor het stukje Alpen in 2019 had ik 23 dagen ter beschikking. Voor een afstand van bijna 490 geplande kilometers leek me dat goed te doen met inbegrip van één rustdag. Mijn gemiddelde dagafstand in de bergen ligt normaal rond de 22,5 kilometer per dag, dus dat zat al goed. Natuurlijk is ook de tijd van het jaar belangrijk. Als gewone bergwandelaar neem ik geen stijgijzers of ander klimmersmateriaal mee en dus is het sowieso aangeraden om op die hoogtes (tot maximaal 3000m) tussen pakweg midden juni en midden september te gaan. Op het einde van de zomer kan het onder die hoogtegrens ook al eens sneeuwen, dus koos ik zowel in 2018 als 2019 voor een vertrek begin augustus.
Je hoeft heus niet ver te reizen om mooie trektochten te wandelen. Ook dicht bij huis kan je heel wat moois vinden. Hiervoor schreef een gids met enkele mooie meerdaagse wandeltochten in België en zijn buurlanden.
Tent, hut of hotel?
Ik wil tijdens een trektocht vooral kunnen bivakkeren in de tent en soms eens afwisselen met een nachtje op een camping of zelfs een hotelkamer, dus daar hou ik dan ook rekening mee. Ben je eerder van plan om elke avond op hotel te gaan of een berghut of refuge op te zoeken, dan kan dit de tochtplanning bemoeilijken, maar niet altijd.
Transport
Als je mijn website al eens doorgenomen hebt, weet je misschien dat ik geen wagen heb en ik ben ook geen fervente vlieger. Dus doe ik alles met de bus, trein of carpoolinitiatieven zoals Blablacar in Frankrijk. Dat betekent dat mijn tocht, in de mate van het mogelijke redelijk goed toegankelijk moet zijn opdat ik het pad in z'n geheel, of een deel ervan, kan afleggen. Voor de Traversée des Alpes is dat allemaal heel goed te doen met de trein. Zowel het beginpunt van de Traversée, in Thonon-les-Bains, als het eindpunt Menton hebben een treinstation. Maar ook tussenin geraak je er nog redelijk makkelijk met bussen en treinen. Zo zijn er treinstations in Les Houches en Chamonix, Landry, Modane en Briançon. In het zuiden van de Traversée is het al wat moeilijk en moet je al meer op lokale busnetwerken rekenen of liften.
Ik maak voor elke tocht dezelfde oefening. Dat is wel van belang, want bij onvoorziene omstandigheden kan je dan misschien ook sneller weg en is het dus wel interessant om te weten hoe ver het volgende treinstation nog is. In Frankrijk en België zijn de GR-topogidsen daarvoor ideaal, want daarin staat aangeduid in welke dorpen of steden er vervoersmogelijkheden zijn. Voor andere landen heb je vaak officieuze gidsen (de keuze is daar erg ruim, zeker voor de bekendere paden) of brengen de wandelroutes zelf een gids uit. Denk maar aan bijvoorbeeld de Escapardenne Eisleck Trail. Je vind er over het algemeen dezelfde info in terug.
Meestal reserveer ik enkel het ticket naar de startplaats. Een geannuleerd treinticket kan je in Frankrijk, net als in de meeste landen, niet zomaar voor de volle 100% terugbetaald krijgen als je niet kan aantonen dat je moest annuleren om medische redenen. Als je bovendien met een vaste terugreisdatum werkt, moet je je aan een bepaald schema houden. Als je te vroeg wil aankomen en sowieso nog enkele dagen vakantie neemt na een tocht, dan is dat minder van belang. Echter, als je te nipt rekent en je moet veel sneller wandelen om toch nog op tijd aan te komen, dan zet je jezelf nodeloos onder druk en dat kan - zeker in de bergen - voor gevaarlijke situaties zorgen doordat je minder geconcentreerd bent.
Bij een goede tochtplanning hoort natuurlijk dat je moet trachten om op tijd en dus zo vroeg mogelijk jouw ticket te boeken. Uiteraard kan dit niet altijd, maar indien mogelijk doe je dat best vanaf de eerste dag dat je een reis kan boeken naar een bepaalde bestemming. Voor treinreizen is dat vaak zo'n 3 maanden voor de vertrekdatum. Wacht je tot een week of zelfs een dag voor je vertrek om je ticket te boeken, dan kan de prijs al snel verdubbelen.
Afstand van je tocht
Zodra ik weet hoeveel dagen ik ter beschikking heb en wat de transportmogelijkheden zijn, ga ik na welke afstanden binnen die termijn mogelijk zijn. Eerst en vooral gebruik ik daarvoor webapplicaties om het tracé van de wandeling uit te tekenen. Ik ben destijds terechtgekomen bij de Franse kaartenapplicatie Openrunner.com waarop de Belgische, Franse, Zwitserse, Spaanse, Zweedse, Finse en Noorse topografische kaarten raadpleegbaar zijn, evenals de gratis Openstreetmaps. Indertijd was de applicatie gratis, maar dat was natuurlijk een onhoudbare situatie, want kaarten van Google, IGN en dergelijke moeten door Openrunner betaald worden.
Voor mij bestaat het plezier erin de routes handmatig uit te tekenen in de applicatie en dat wordt vergemakkelijkt als je, voor een tocht in bijvoorbeeld Frankrijk, in de applicatie de Franse kaarten als layer gebruikt. Niet alleen krijg ik zo een concreet beeld van de route, maar kan zo ook naar keuze omwegen plannen via interessante locaties. Reeds tijdens het uitstippelen zie ik de getekende afstand en na het opslaan komt daar ook nog een hoogteprofiel bij, evenals een vermelding van het hoogste en laagste punt van het tracé en natuurlijk het hoogteverschil.
Het moeilijkste is mijns inziens om min of meer correct in te schatten hoelang je over een bepaalde afstand doet, rekening houdens met hoogtemeters. Ik heb voor mezelf, met nu toch wel enkele jaren ervaring, kunnen uitmaken dat ik op het vlakke en in laaggebergtes (tot 500m) zo'n 35 à 40 kilometer per dag kan afleggen zonder mezelf uit te putten. In het middengebergte schommelt dit eerder rond de 27-30 kilometer en in het hooggebergte zo'n 22,5 km per dag. Let wel: ik wandel meestal de hele dag, van 7u 's ochtends tot 19u 's avonds en deze afstanden gelden dus voor mij persoonlijk. Sommigen wandelen sneller, anderen trager. Jouw doel moet zijn om dit zelf te kunnen inschatten en dat leer je geleidelijk aan wel. Laat ook altijd wat reserve, want je hebt liever wat meer tijd over om te wandelen dan tijd tekort. Verder in dit artikel leer je hoe je je wandeltijden bijna exact kan bepalen.
Als ik uiteindelijk toch voor een andere route kies, sla ik het gemaakte tracé op voor in de toekomst.
Tocht in detail plannen
Door te filteren a.d.h.v. bovenvermelde criteria (beschikbare tijd, transport, afstand,...) ben ik uiteindelijk bij één tocht uitgekomen; in dit geval de Traversée des Alpes. Nu is het zaak om de tocht die je wil ondernemen in detail te bekijken.
In de eerste plaats denk ik daarbij aan het raadplegen van detailinformatie. Hiervoor zijn de eerder aangehaalde (topo)gidsen natuurlijk het meest geschikt, evenals wandelkaarten, maar ook ervaring van andere wandelaars kan helpen. Het raadplegen van wandelfora is dus zeker een mogelijkheid. In dat geval is het echter raadzaam om de zoekfunctie van die fora te gebruiken alvorens er een vraag te stellen. Vaak zijn het weerkerende vragen. Maar ook vragen zoals "Ik heb 7 dagen ter beschikking. Wie kent een leuke tocht?" zijn eigenlijk uit den boze. Dat heeft niks meer met tochtplanning te maken. Men verwacht toch altijd dat je een minimum aan opzoekingswerk hebt verricht en dat je eerder specifieke vragen over een tocht stelt. Wil je dat anderen het werk voor je doen, google dan op "georganiseerde trektochten" en dan betaal je daar ook navenant voor. Zonder planning op tocht vertrekking kan gevaarlijk zijn, dus vertrek nooit onvoorbereid.
Uiteraard kan het gebruik van een degelijke wandelkaart niet onderschat worden. In moderne tijden gebruiken de meesten hun telefoon met kaartapplicaties en GPS. Dat is uiteraard handig, maar bij het plannen van een tocht zijn die technische snufjes veel moeilijker te gebruiken vanwege hun kleine scherm. Het gebruik van een desktopapplicatie of een papieren kaart is in dat geval beter.
Op je tocht van 300 kilometer hoef je natuurlijk geen zware papieren kaarten of (topo)gidsen mee te nemen als het lichter kan. Ikzelf koop al jaren geen papieren kaarten meer in de winkel, tenzij op zeer ruime schaal van 1/100.000 of meer voor een goed overzicht over het wandelgebied. De reden is drieledig. Ten eerste kosten wandelkaarten massa's geld. Ten tweede wegen ze al snel wat en zeker als je er meerdere moet meenemen om je hele tocht te dekken. Het feit dat ze er na een tocht soms als vodjes uitzien, vind ik ook treurig en zonde van het geld. Ten derde zijn kaarten snel out-of-date, met andere woorden; achterhaald.
Om dit alles te vermijden print ik kaarten af op A4-formaat. Dat is niet alleen een heel stuk voordeliger, maar ook veel lichter en vaak gaat het om de meest recente kaarten die je dan ter beschikking hebt. Hoe ik kaarten maak en print heb ik in dit blogartikel al eens geschreven. Laat me voor alle duidelijkheid toevoegen dat je in bergachtige omgeving steeds wandelkaarten moet bijhebben, hetzij officiële kaarten uit de winkel, hetzij geprinte kaarten zoals ik. Ga nooit enkel met een telefoon of GPS-toestel op stap zonder een papieren alternatief. Want als je apparaat stuk gaat en je bent onderweg in een desolate omgeving, dan kan je in de problemen komen. Een kaart kunnen lezen is dus van levensbelang. Vertrouw niet enkel op jouw kaartenapp of GPS-toestel.
Met gidsen, websites en kaarten gewapend kan je nu nagaan waar je kan slapen (bivak met de tent, camping, hotel,...), maar belangrijker nog zijn de plaatsen waar je je kan bevoorraden als je niet in volledige autonomie gaat trekken. Dan kan het gaan om voeding, maar ook om waterbronnen. Dat is cruciale informatie! Ik giet al die informatie in een Exceltabel zoals je hieronder kan zien. Dit is een volledige lijst, van start- tot eindpunt van mijn tocht met daarop alle nodige info.
De kolommen in detail:
1) Totale afstand tot het genoemde punt in kolom 6
2) Afstand tot volgend punt
3) Routenaam: deze verwijder ik in de geprinte versie
4) Departementnummer: zodat ik weet wanneer ik van departement verander
5) Naam van de regio
6) Naam van de kaartreferentie
7) Wandeltijd tot het genoemde punt volgens de FFRP-topogids
8) Wandeltijd tot het genoemde punt volgens de Cicerone-gids
9) Wandeltijd tot het genoemde punt volgens eigen berekening
10) Hoogteligging van het genoemde punt
11) Mogelijkheid tot bevoorrading (voeding)
12) Mogelijkheid tot bevoorrading (water)
13) Eventuele opmerkingen zoals openingstijden van winkels
14) Tijd tot volgende waterbevoorrading
Dit vergt uiteraard allemaal wat tijd, maar voor mij dit voelt alsof ik al ter plaatse ben en dat maakt het dan ook des te leuker. En terwijl je zo je route in detail leert kennen, helpt detailplanning om de tijd tot het begin van de echte tocht te overbruggen.
Nog een belangrijke tip: laat steeds iemand uit jouw omgeving meevolgen van thuis uit. Geef jouw planning door aan die persoon en spreek af hoe vaak je die persoon gaat contacteren. Zo kan die volger bij gebrek aan een levensteken de nooddiensten contacteren. Hoe gedetailleerder jouw planning, hoe beter jouw volger de nooddiensten kan laten weten waar je was op een bepaald tijdstip en hoe sneller je gevonden kan worden. Ik doe dit voor elke bergtocht.
Dagetappes plannen
Als je wandelt zoals ik, is het eigenlijk bijna niet te doen om dagetappes te plannen. Wandelaars die vrede nemen met kortere afstanden en bijvoorbeeld in refuges of op vaste plekken overnachten hebben wellicht meer nood aan een etappeplan. Voor mij is dit echter te beperkend.
Ik maak hoogstens een tentatief schema met mogelijke etappes, maar ik pin me zelf niet vast aan een bepaald eindpunt. Dit heeft meerdere redenen. O.a. dat er steeds onvoorziene omstandigheden kunnen zijn. Je kan eens een dagje in minder goede fysieke staat verkeren, of er is een onweer waardoor je je etappe vroeger moet beëindigen. Het kan ook zijn dat de plaats waar je dacht te bivakkeren niet geschikt is en je een eind verder moet wandelen.
Tot enkele jaren geleden liet ik me teveel leiden door een vast plan en wilde ik mijn etappedoelen kost wat kost bereiken, maar kwam ook meermaals tot de vaststelling dat dat - zeker tijdens langere trektochten - voor problemen kan zorgen. Nu wandel ik op gevoel. Als ik me goed voel en het weer zit mee, dan wandel ik zolang ik daar zin in heb en kijk vanaf 17-18u voor een geschikte slaapplek, tenzij ik me eens wil laten verwennen door de luxe van een camping of hotel.
Etappetijd berekenen
Gidsen zijn natuurlijk handig, omdat ze de etappetijd reeds vermelden, maar het kan meer dan eens gebeuren dat die tijden niet overeenkomen met jouw snelheid. Of er bestaat gewoon geen gids voor de tocht die jij gaat doen. Dus is het handig om de tijden zelf te kunnen berekenen. Uiteraard kun je dit allemaal manueel doen, maar je kan ook gebruik maken van de hulpmiddelen die je tegenwoordig ter beschikking hebt - als je ze hebt tenminste.
Als je een kaartenapplicatie gebruikt waarin je routes kan uittekenen of uploaden dan geeft zo'n applicatie normaal gezien niet enkel de afstand maar ook het aantal hoogtemeters weer. Die parameters hebben we nodig om de wandeltijd te kunnen berekenen. In Duitstalige Alpenlanden wordt daarvoor onderstaande berekening gehanteerd, die perfect toepasbaar is om op het even welke wandeling.
Er wordt van uitgegaan dat een wandelaar in één uur:
4 kilometer horizontale afstand aflegt,
300 hoogtemeters stijgt en
500 hoogtemeters daalt.
Om de wandeltijd te berekenen moet je van de horizontale of verticale waarde het kleinste getal halveren en dat bij het grootste getal tellen.
Een voorbeeld:
20 kilometer aan 4 km/u => 20 / 4 = 5u horizontale tijd = 5u
900m stijging aan 300 m/u => 900 / 300 = 3u 500m daling aan 500 m/u => 500 / 500 = 1u verticale tijd = 3u + 1u = 4u
Omdat de verticale tijd kleiner is dan de horizontale tijd, moeten we deze delen door twee, dus:
5u + (4u / 2) = 7u . Let wel: de verticale tijd is niet altijd de kleinste, dus let wel op bij de berekening.
Uiteraard is dit slechts een indicatie, want veel hangt af van jouw snelheid, maar ook de omstandigheden op het terrein zoals het weer, weggespoelde paden, omwegen,... Ietsje verderop in dit artikel geef ik een realistisch voorbeeld dat van toepassing is op mijn wandelsnelheid.
Afstand berekenen
Wil of kan je geen gebruik maken van technische hulpmiddelen, dan is het mogelijk om mits het gebruiken van de schaal van de kaart een ruwe schatting van de afstand maken. Je kan de schaal overtekenen op een blad papier, zoals je ziet op de foto. Dan tel je ook nog het aantal hoogtelijnen. Je moet natuurlijk wel weten wat het hoogteverschil tussen twee lijnen is. Op Belgische kaarten wordt in de kuststreek 1,25 of 2,5m gebruikt omdat de hoogteverschillen in vlakke regio's natuurlijk beduidend kleiner zijn en je anders een kaart zonder enig hoogteverschil zou krijgen. In bergachtige gebieden zit er meestal 10 meter tussen twee hoogtelijnen.
Zoals je op de foto links kan zien heb ik de de schaal overgetekend op een blad. Sommige kompassen hebben een liniaal, zoals je eveneens op de foto kan zien en dan hoef je de schaal niet over te tekenen op een stuk papier. Let wel dat je de juiste schaal daarvoor gebruikt. Je ziet hier op het kompas de schaal 1:50.000 maar voor deze kaart op schaal 1:25.000 heb je natuurlijk het gewone liniaal links nodig met de centimers. 4 centimeter op de kaart komen op deze kaart overeen met 1 kilometer in werkelijkheid.
Maar ervan uitgaand dat ik geen kompasliniaal heb, leg ik het blad op de kaart naast een stukje van de route die ik wil doen. In dit geval wil ik van de Col du Wettstein naar hoogtepunt 939, een afstand van ongeveer 1,2 kilometer. De col ligt zelf op 882m. Dat maakt natuurlijk het berekenen van de hoogtemeters makkelijk: 939 - 882 = 57m. Echter, als ik naar het aantal hoogtelijnen kijk, dan merk ik dat ik 7 stijgende hoogtelijnen (70m) oversteek en 2 dalende (20m). Volgens bovenstaande berekening heb ik dus:
horizontaal: 1,2 km / 4 = 0,3
verticaal: ((70 / 300 = 0,23) + (20 / 500 = 0,04)) / 2 = 0,14 afgerond
totaal: 0,3 + 0,14 = 0,44. Dit komt overeen met 26 minuten en 30 seconden. Dit geldt voor een gemiddelde snelheid van 4 km/u en stijging en daling aan 300 respectievelijk 500m. Eens je jouw echte gegevens kent, kan je dat natuurlijk aanpassen naar jouw parameters. Indien niet, gebruik dan de gegevens van hierboven. Zo kan je voor elk stukje van je etappe te werk gaan. Oefening baart kunst.
In de praktijk: etappetijd en afstand berekenen
En voor je denkt: "Wie doet dit nu nog?" Wel, toen ik in 2019 de Traversée des Alpes deed, kwam ik onder tijdsdruk en moest ik tijdens de tocht mijn plannen herzien. In plaats van de GR52 te wandelen, opteerden een andere wandelaar en ik voor de GR52A. Uiteraard waren we hierop niet voorzien. Omdat we geen geschikte topogids met wandeltijden vonden in het stadje waar wij op dat moment waren, moesten we ons behelpen met een topografische kaart op schaal 1:100.000 om onze laatste etappes tot Menton vast te leggen.
Om jou een idee te geven: voor de etappe tussen Saint-Martin-Vésubie en Col de Turini waren we volgens onze berekening op ongeveer 37 kilometer, 2300 stijgingshoogtemeters en 1200 dalingsmeters uitgekomen. Volgens de berekeningsmethode die ik eerder aanhaalde, aangepast naar onze snelheidsparameters, zou dit dus neerkomen op:
horizontaal: 37 / 5 = 7,4
verticaal: ((2300 / 450 = 5,1) + (1200 / 750 = 1,6))= 6,7 / 2 = 3,35
totaal: 7,4 + 3,35 = 10,75 , dus omgerekend 10u45 uur wandelen.
Even nagaan hoever we van de realiteit zaten. De werkelijke afstand (achteraf nagemeten) bedroeg 35,7 kilometer, met 2014 positieve en 1377 negatieve hoogtemeters.
horizontaal: 35,7 / 5 = 7,14
verticaal: ((2014 / 450 = 4,48) + (1377 / 750 = 1,84)) = 6,32 / 2 = 3,16
totaal: 7,4 + 3,16 = 10,56 en dus ongeveer 10u30 wandelen.
Die dag zijn we om 7 uur 's ochtends vertrokken en kwamen iets na 18u30 aan op de Col de Turini, met daartussenin ongeveer anderhalf uur pauze. Dus de totale etappetijd was 11u30 en de pauzetijd 1u30. De wandeltijd was dus 10 uur en zaten drie kwartier onder wat we eerst hadden berekend. Mits een betere kaart op schaal 1:25.000 zouden we dit veel nauwkeuriger hebben kunnen bepalen. En finaal wandelden we een half uur sneller dan de theoretische berekening volgens mijn echte waarden.
Heb je vragen of opmerking bij dit artikel, aarzel dan niet om hieronder een reactie achter te laten of me te contacteren.