Het moet zo ongeveer de eerste keer zijn dat ik goed geslapen heb in een refuge, met andere personen in één slaapzaal. Niemand snurkte! We sliepen er uiteindelijk met een tiental personen in de meer dan comfortabele bedden op het eerste verdiep. Ik vertrek als één van de laatsten tegen 9 uur.
Het is wat opgeklaard tegenover gisterenavond. Er hangt een dun wolkendek boven de vallei en het zonnetje schijnt. Ik volg het leuke pad naar de Pointe de la Frèche (2268m). Eerst is het nog een makkelijk stijgend pad, maar bij het naderen van de col zit je al snel aan stijgingspercentages van meer dan 35%. Terwijl het zonnetje in het oosten over de bergtoppen komt piepen, stijgt de bewolking op uit de vallei en zit me op de hielen. Hoewel ik aanvankelijk nog wat kon genieten van een mooi zicht op de tegenoverliggende Grand Charnier (2561m), zie ik nu niks meer. Ik haal een trio wandelaars uit de refuge in: drie generaties van dezelfde familie, waarbij de grootvader als local het voortouw neemt. Ze zullen op enige afstand volgen in de afdaling naar de refuge des Férices (1892m).
Op het stukje bergkam langs de Col d'Arpignon (2276m) kan ik nog even tussen twee wolkenmassa's een beetje van het panorama genieten, maar daarna gaat het wolkendek onherroepelijk dicht. Rechts van de col kan ik nog net twee kleine meertjes ontwaren. In het steenveld van de Grande Lanche haal ik twee Franse dokters in, die vannacht ook in de refuge sliepen. Samen zetten we de weg verder naar de Férices. In het dichte wolkendek valt er niets van het anders zo mooie landschap te zien. In de refuge, niks meer dan een kleine barak met enkele bedden, een stoof en een krakkemikkige tafel, houden we halt voor een snack. Vooral om uit de vochtigheid te blijven die de wolken met zich meebrengen. Het Lac des Férices dat hier achter de rotsen moet liggen, kunnen we ook niet zien. Wel jammer, want in normale omstandigheden zou dat een mooie plek moeten zijn.
Wanneer we op het punt staan verder te trekken, komt het familiale trio - met grootvader voorop - aan de refuge aan. De afdaling naar het Chalet de Pré Nouveau (1456m) brengt ons ook weer uit het wolkendek. Ik laat mijn twee kompanen voorbij. Zij gaan hier beduidend sneller naar beneden. Rechts van mij kan ik enkele watervallen tussen de bomen zien. Al snel sta ik aan de chalet. Ik sluit weer aan bij de Fransen die nu de klim hebben ingezet naar de Col de Claran. Het eerste deel van de klim tot aan de zigzag is erg steil. Vanaf de Chalet de la Balme - tussen het gebladerte niet gezien - wordt het pad iets minder fysiek.
Ineens krijg ik een ongemakkelijk gevoel in mijn linker knie. Na enkele tientallen meters gaat dat bij de minste beweging over in een helse pijn. Ik zet mijn weg verder over een bergrug naar de refuge de Claran (1808m), maar klimmen lukt niet zonder dat er een pijnscheut door mijn lichaam trekt. Doorzetten! Een vijftal minuten na de twee Fransen bereik ik de refuge. Hun eerste diagnose: een ontsteking aan de meniscus. Lap! Een paar pijnstillers, ontstekingsremmers en een stevige portie eten later probeer ik me weer op gang te trekken. Makkelijk is anders. De klim naar de Col de Claran (1956m) is niet zo steil en op fysiek vlak zeer goed te doen, maar de pijn speelt me parten. Volgers van de blog weten dat ik in het verleden al enkele voorvallen heb gehad (Sentier du Littoral in 2017, Traversée des Alpes in 2018) en eerlijk gezegd hoop ik daar de Traversée de Belledonne 2021 niet aan toe te voegen.
In elk geval bereik ik de col na veel gesukkel. De eerste honderden meters voorbij de col is het pad zo goed als vlak en ook voor mij nog makkelijk te doen. Maar ineens wordt het pad technischer met wat geklauter over rotsen. De twee Franse dokters halen me weer in, terwijl ik alle moeite heb om vooruit te komen. Ik zal ruim 20 minuten na hen de refuge de la Pierre du Carré (1765m) bereiken. Elke stap die ik nu zet, doet pijn.
Normaliter is dit een bemande refuge, maar al sinds een jaar gesloten. Alhoewel gesloten; iemand heeft het slot opengebroken. Gelukkig is het interieur niet beschadigd. Ook wij nemen met z'n drieën plaats in de mooie hut. Omdat we - en ik noodgedwongen - onze etappe vroeg beëindigd hebben, is er tijd genoeg om te familiariseren. Blijkt dat één van hen, Paul, in het ziekenhuis van Calais werkte, daar waar ik in 2017 op de spoed eindigde. Hij herinnert zich ook nog het gevecht tussen de honderden vluchtelingen enkele dagen nadien, waarbij tientallen personen gewond raakten. Hij zegt dat er veel messteken werden toegediend en dat het een "boucherie" (een slachting) was. Allebei raden ze me aan om goed en veel te rusten. Ik steek mijn been nog in het ijskoude water van het fonteintje achter de hut.
Gegevens wandeling:
Datum: Dinsdag 17/08/2021
Etappe: Refuge de la Perrière > Refuge de la Pierre du Carré
Afstand: 12,4 kilometer
Stijgingsmeters: 1035m Dalingsmeters: 1135m