Zegt de naam Robert Louis Stevenson u iets? Misschien doen "Treasure Island" of "Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde" wel een belletje rinkelen. Stevenson was immers de auteur van deze twee wereldberoemde werken en in 1878 ging hij als 27-jarige in de Cevennen op pad met een ezel, genaamd Modestine. Op de GR70 wandel je in de voetsporen van Stevenson. Het is niet de exacte route die hij destijds nam, maar je passeert verschillende plaatsen waar de Schot ooit door wandelde. Over zijn avonturen schreef hij een boek: "Travels with a Donkey in the Cevennes." In elk geval zal ik in mijn wandelverslagen al eens verwijzen naar de belevenissen van Stevenson en zijn Modestine, maar uiteraard blijven mijn eigen ervaringen prioritair.
Oorspronkelijk liep de Chemin de Stevenson, zoals de GR ook heet, tussen Le Monastier-sur-Gazeille en Saint-Jean-du-Gard over een afstand van 230 kilometer. Maar intussen vertrekken heel wat wandelaars uit Le Puy-en-Velay en wandelen door tot Alès voor een totale afstand van 275 kilometer. En dat is wat ook ik trachtte te doen, maar dan zonder ezel. Le Puy-en-Velay is onder Compostela-gangers zeker geen onbekende naam. Duizenden pelgrims wandelen elk jaar door het stadje en volgen de Via Podiensis, één van de Franse routes naar Santiago de Compostela. Wat het mooie Le Puy-en-Velay zoal te bieden heeft ga ik hier niet verklappen en kan je in het verslag van de eerste wandeldag lezen.
Vaak wordt de GR70 onderverdeeld in vier gebieden, van noord naar zuid zijn dat de Velay, de Gévaudan, de Mont Lozère en tenslotte de Cevennen. Een onderverdeling die ook het Stevensongenootschap hanteert, maar geografisch niet helemaal correct is.
De Velay is een onderdeel van de veel grotere Auvergne, dat gekenmerkt wordt door vulkanische landschappen en veel landbouwgrond. Vanaf Langogne, na het oversteken van de rivier Allier tot Le Bleymard zit je in wat de Gévaudan genoemd wordt. De naam van de vroegere Franse provincie wordt door de locals nog steeds gebruikt voor dit beboste heuvelachtige gebied. De Gévaudan komt grotendeels overeen met het huidige departement Lozère. Dan volgt de oversteek van de bergketen van de Mont Lozère waar zich een bergachtig terrein openbaart. Tot slot de Cevennen tot Alès.
In elk geval schurkt de GR70 tegen de westkant van het Nationaal Park van de Ardèche aan, om pas na 150 kilometer - aan de Mont Lozère - het Nationaal Park van de Cevennen in te duiken. En de Cevennen, een onderdeel van het veel grotere Centraal Massief, worden ook niet meer verlaten tot bijna in Alès.
Het hoogste punt van de tocht en van de Cevennen is de Sommet de Finiels op de Mont Lozère met zijn 1699 meter.
Met zijn in totaal bijna 8000 positieve hoogtemeters is de GR70 zeker niet de zwaarste GR die er bestaat, maar daarom niet minder mooi. De warmte tijdens de zomermaanden vormt een extra uitdaging. Dat de GR ook een topper is, bewijst de 2de plaats in de verkiezing van "Favoriete GR der Fransen" in 2018, net na de GR34.
Bivakkeren kan in de Cevennen zonder problemen zolang je op maximaal 50 meter van een GR-wandelpad blijft, dit ook enkel met een klein tentje doet en er voor 9u 's ochtends weer weg bent. Vuur maken is al helemaal uit den boze in deze, in de zomer, erg droge streek. Uiteraard kan je wel jouw eten opwarmen op een gasvuurtje, maar dan moet je er wel op ruime afstand van bossen blijven (+200 meter). Bivakkeren op de top van de Mont Lozère is jammer genoeg niet toegelaten. De volledige reglementering kan je op de website van het Nationaal Park terugvinden. In video's en wandelverslagen hoor of lees je soms dat bivakkeren amper mogelijk is op de GR70 doordat er overal prikkeldraad zou zijn. Het klopt dat er op vele plaatsen prikkeldraad langs het pad is, maar dat is dan ook om de dieren op de weiden te houden en niet om wandelaars te plagen. Maar wie een beetje inventief is, die kan bijna overal een tent neerpoten. Ik zelf sliep enkel op campings, omdat mij dat zo beter uitkwam en gezien het warme weer en bij gebrek aan riviertjes om me in te wassen, was een frisse douche noodzakelijk.
Handig bij de voorbereiding op de tocht zijn de topogids van de Franse wandelfederatie FFRP (in het Frans), de Cicerone-gids (Engels) en de IGN-overzichtskaart op schaal 1:90.000 waarop het tracé duidelijk aangeduid staat met ook telkens de afstanden tussen de grotere dorpen en stadjes op het traject. Om gewichtsredenen heb ik enkel de kaart meegenomen op de tocht en de gidsen thuisgelaten. Nog een interessante bron is de website van de vereniging "Sur le chemin de RL Stevenson".
Ik zal uiteindelijk kort voor de meet, in Saint-Jean-du-Gard, moeten stoppen. Door de vele bosbranden in de regio had de prefect van het department Gard alle toegang voor wandelaars tot de bossen verboden. De laatste 23 kilometer van de GR70 tot in Alès heb ik dus niet kunnen wandelen.