Een etappe waar Sasha en ik flink naar uitkijken, want vandaag bivakkeren we bij het meer van Le Grand Laus, één van de drie Lacs du Malrif. Maar om er te geraken moeten we wel eerst meer dan 1000 meter klimmen.
De eerste 5,5 kilometer van de klim zijn eigenlijk redelijk gemakkelijk met af en toe een kort steil stukje, maar niks onoverkomelijks. Gemiddeld zit je aan 9% klimmen, wat toch niet overdreven is. De laatste 3 kilometer doe je aan gemiddeld 18%. En dat voel je!
Abriès (1545m) verlaten we door de Torrent de Bouchet over te steken. Het gaat nog heel kort door enkele straten. Dan moeten we ineens linkaf, een steil pad door het struikgewas en hoge gras volgen. Dit is de kruisweg naar de Notre-Dame des Sept Douleurs. De bijna 200 jaar oude beeltenissen zijn niet goed onderhouden, jammer genoeg. Gisteren op weg naar Abriès zagen we de witte staties en de kapel al in de verte. Na de kapel vlakt het pad geleidelijk aan af, met soms nog wat steile stukken. Aan de Ravin de Tioure wordt het makkelijker.
Ons wacht het gehucht Le Malrif (1841m). Ooit woonden er 150 mensen, maar het geraakte meer en meer in verval. Intussen werden welke enkele gebouwen prachtig gerestaureerd, inclusief de kapel van Sainte Marguerite. De klokkentoren staat apart hoger op de berg, aan de andere kant van het pad. Er wonen nu ook weer een handvol mensen in Le Marif.
We zetten onze weg verder naar Les Bertins (2040m), waar een kleine herdershut staat. Onderweg zijn we enkele wandelaars tegengekomen, maar het is verre van druk. De steile stukken volgen mekaar op. We houden herhaaldelijk halt om te rusten. We hebben immers tijd zat en het meer waar we bivakkeren is niet ver. Een honderdtal meter voor het einde moeten we langs een versmalling boven een afgrond. Uiteraard niets voor mij met mijn hoogtevrees. Sasha kruipt in een ondersteunende rol en spreekt me moed in. De rollen zijn nu omgedraaid. Gelukkig is het geen lang stuk: al met al misschien 40-50 meter. De adrenaline helpt me wel om de laatste 130 hoogtemeters naar Le Grand Laus (2579m) in sneltempo te overbruggen. Sowieso is het pad bij het naderen van het meer moeiteloos te volgen.
Het ziet er niet naar uit dat het nog lang droog zal blijven. Uit het oosten komen regenwolken over de bergkam. We kunnen nog even in het zonnetje profiteren van een sandwich. Ik voel dat de nattigheid eraan komt. En inderdaad: nog geen 5 minuten nadat de tent staat begint het te hagelen. Later gaat het over in regen. Het tiental wandelaars dat aan het meer vertoefde, maakt zich uit de voeten. Wij zitten droog en spelen een spelletje zeeslag. De regenpauzes zijn uiteindelijk te kort om nog een korte wandeling naar het Lac Mézan en Le Petit Laus te maken. Ik laat tussen twee regenbuien in het thuisfront wel weten dat we nog leven. Daarvoor moet ik me wel een eind van het meer begeven om een beetje ontvangst te hebben.
Omstreeks 19u45 horen we het gehijg van iemand die net een zware inspanning heeft gedaan, zoals het klimmen naar een bergmeer op 2579 meter hoogte. Ik trek het tentzeil even open om vriendelijk gedag te zwaaien en laat de wandelaar en zijn gezellin verder hun ding doen.
Gegevens wandeling:
Datum: Donderdag 06/07/2023
Etappe: Abriès > Le Grand Laus
Afstand: 8,4 kilometer
Stijgingsmeters: 1034m
Dalingsmeters: 2m
Weer: AM zonnig, 22°C - PM bewolkt 17°C