Ik heb goed geslapen en lig minder wakker van de wonden en de pijn in mijn aangezicht, dan van de weersvoorspellingen. Net als ik heeft zowat de hele wandelbevolking in de refuge het plan opgevat om zo vroeg mogelijk te vertrekken, omdat de weersvoorspellingen er niet zo rooskleurig uitzien. Door de drukte is het moeilijk om in de kleine refuge snel de zak klaar te maken. Bijgevolg zijn we bijna allemaal pas om 7u45 vertrekkensklaar. Tijdens het ontbijt konden we nog even genieten van het intussen groenkleurende Lac Vert, door de weerspiegeling van het omliggende groene gras.
Eén na één gaan we de deur uit. Ik wandel met de Brit Michael, een Amerikaans koppel en een dame uit Genève. Charles loopt enkele tientallen meters voor ons. Wij kiezen met z’n allen voor het GR-pad zoals aangegeven op de wegwijzers, rechts van het Lac Vert. Andere wandelaars zijn via de bredere toegangsweg naar de Portes de l’Hiver (2096m) aan het wandelen.
Het weer weet intussen nog niet wat het wil en eens we bovenaan de Portes de l’Hiver staan, zien we de zware bewolking al hangen, maar komen de zonnestralen er vanuit het oosten ook sterk door. We besluiten om niet te lang te treuzelen, want het lijkt erop dat er binnen de kortste keren e.e.a. uit de lucht kan komen vallen. Ter hoogte van de refuge van Chaux-Palin (1846m) begint het te miezeren. Onze groep is intussen helemaal uiteen getrokken. Honderden meters voor ons zien we Charles in z’n typisch snelle wandelpas, wat verder gevolgd door een duo oudere Zwitsers, dan ons jong Amerikaans koppel en Michael. Ik loop wat verder achteraan met de dame uit Genève. Op 500 meter van de refuge van La Pisa (1789m) valt de regen met bakken uit de hemel. Ik hou van regenwandelen, dus ik vind dit zalig! Maar ik heb daarnet enkel m’n regenjas aangetrokken en wandel nog in steeds in short. Ik spurt naar de refuge voor ik helemaal ondergeregend wordt, want ik wil vermijden dat de regen m’n schoenen in druppelt. In de refuge houdt de hele groep halt om z’n kledij aan te passen, maar ook voor een warm drankje. Alleen onze beste vriend Charles besluit door te zetten en naar de Col de Coux te wandelen. Ik zou ‘m zo gevolgd zijn, maar door de slechte zichtbaarheid besluit ik toch even te wachten. Niet te vergeten dat dit mijn eerste echte bergwandeltocht is en ik liever het zekere voor het onzekere neem. Na een uurtje klaart het op. Het regent nog steeds, maar de wind blaast de dichte mist weg en dus is de zichtbaarheid al stukken beter. Michael en het Amerikaanse koppel (Maggie en Josh) wagen het er ook op. Met z’n vieren gaan we verder.
NB: Op Zwitserse kaarten wordt Col de Coux als Col de Cou (zonder x) geschreven. Het gaat dus om dezelfde Col.
De regen vergezelt ons totdat we halverwege de klim naar de Col de Coux zitten. Dan houdt het op en krijgen we plots beter weer. Op de Col de Coux (1920m) houden we even halt om de regenkledij af te werpen, maken nog een paar foto’s en beginnen dan aan de afdaling naar de refuge van La Chardonnière (1343m), waar we iets hopen te eten. Onderweg aanschouwen we de machtige rotswanden van Les Terres Maudites en hebben we het over de Europees-Amerikaanse verschillen.
Aan de refuge aangekomen op het middaguur, vertelt een lief oud vrouwtje ons dat eten nog niet mogelijk is, want de kokkin is boodschappen gaan doen in de vallei en ze heeft geen benul wanneer de dame in kwestie terug is. Een beetje tegen onze zin bestellen we een drankje en besluiten onze weg verder te zetten. Het was een maat voor niets om helemaal tot aan La Chardonnière af te zakken, maar dat konden we uiteraard niet weten.
We gaan terug omhoog via een pad dat achter de refuge richting Col de la Golèse loopt. Dit pad staat niet op de kaart aangegeven, maar we zagen even voordien iemand daarlangs de berg op lopen. Het pad dat wél op de kaart staat, blijkt niet te bestaan. Binnen de kortste keren staan we terug op de GR5 en het duurt ook niet zo lang voor we aan de refuge van de Col de la Golèse (1647m) zijn aangekomen. Onze Amerikaanse wandelgenoten besluiten verder te wandelen. Michael en ik wagen ons aan een lekkere omelet. Michael leert me tijdens het wachten ook hoe je vliegen kan vangen. Want hoewel de refuge uiterst proper is, hebben ze er toch wel last van vliegen (zoals tal van refuges).
Het eten komt snel en om 14u30 doen we onze wandelschoenen weer aan. Het ziet er naar uit dat de regen straks terug van de partij zal zijn en we moeten nu nog een kleine 900 meter dalen. De weg naar beneden is echter makkelijk en breed, zonder noemenswaardige probleemstroken. Al snel wandelen we langs het gehucht Les Allamands (ca. 1080m). Wat verder bij Le Pied du Cret (884m), als we net een bosstrook gepasseerd zijn, openen de hemelsluizen en krijgen we een douche van jewelste over ons heen. Die stortbui blijft duren totdat we tenslotte in Samoëns arriveren, een afstand van zo’n 3 kilometer. De kleine beek die bij Les Moulins in het riviertje Clévieux stroomt, is aangezwollen tot bijna op straatniveau.
Uiteindelijk komen we om 16u natgeregend aan in de Gîte des Moulins van Samoëns (721m) waar we voor 18€ onderdak vinden. Michael en ik delen een kamer van vier. Voor het avondeten en het ontbijt vinden we onze gading in het stadje. Eerst kopen we het ontbijt in. Later eten we een lekkere pizza op het plein aan het stadhuis. Tijdens het eten krijgen we nog een stevige regenbui, maar als we terugwandelen naar de gîte blijft het droog.
Uit de ziekenboeg het minder goede nieuws dat ik bij inspanning toch middelzware hoofdpijn krijg en mijn oogkas ook nog pijn doet. Afwachten wat dat morgen geeft.
Gegevens wandeling:
Datum: Maandag 13/08/2018
Etappe: Refuge de Chéséry > Samoëns
Afstand: 24,2 kilometer
Stijgingsmeters: 708m
Dalingsmeters: 1942m
Weer: ’s Ochtends bewolkt en regen, ’s middags bewolkt, zware regen 20°C