Dit is de etappe waarin ik zal zien of mijn enkel het houdt. Na de pijn van de voorbije twee dagen heb ik toch een zekere angst dat het hier voor me zal stoppen. In Ceillac zal mijn wandelmaat Vladimir (niet te verwarren met de Vladimir die ik eerder tegenkwam in de etappe naar Landry) mij vervoegen. Hij komt pas op 15 augustus in Ceillac aan en zal tot op het eind meewandelen. Ik ben een dag voor op schema, dus moet ik sowieso een rustdag inlassen in Ceillac en kan ik mijn enkel de nodige rust geven. Maar voor het zover is, heb ik eerst nog twee etappes te gaan.
Eerlijk gezegd was mijn plan om het stuk van Briançon tot Ceillac in drie etappes te doen, vermits ik toch tijd zat had. Mijn dagdoel was daarom Chalet des Ayes, of eventueel de refuge des Ayes. Dat is 8 respectievelijk 10 kilometer stappen. Als ik om 9u15 uit het hotel vertrek, ben ik toch blij om weer op pad te zijn. De stadsdrukte is me wat teveel. In Villar-St-Pancrace (1241m), ter hoogte van Champ Prouet, loop ik een beetje verkeerd. Ik zie een GR-teken onder een verkeersbord staan en wandel nu richting Ancienne Mine de la Tour. Ik heb al snel door dat ik verkeerd zit en keer terug. Daarna gaat het lekker vlot en na een eerste korte klim sta ik al snel bij de kapel van Le Lauzin (1490m). Iets verderop loopt de GR over een brede grindweg door de vallei van de Ayes. Er komen wel wat wagens langs, maar de weg is breed genoeg en ik kan stevig doorwandelen. Eigenlijk heb ik geen haast, maar ik kan niet traag wandelen.
Onderweg naar Chalets des Ayes word ik aan een parking aangeklampt door een vrouw. Ze vraagt me de weg naar één of andere Lac, maar ik kan niet helpen. Ook zij blijkt niet gediend van mijn antwoord. Ik vraag me toch af wat het is met die mensen die zo onbeschoft reageren als ze een antwoord krijgen waar ze niets mee kunnen of dat hen niet aanstaat omdat het niet dat is wat ze verwachtten. Soms denk ik dat mensen zich wat meer moeten terugtrekken om te bezinnen en rustiger te worden. De alledaagse stress achter je laten door op trektocht te gaan is daarvoor ideaal!
Het gehucht van Chalets des Ayes (1724m) is mooi en heel rustig gelegen. Ik vind het wel leuk. Er is ook een buvette (drankgelegenheid), maar het is nog te vroeg voor een pauze. Mijn enkel lijkt het te houden dus stap ik door tot aan de Refuge des Ayes (2040m), ietsje verderop. Deze refuge bestaat uit joerten, u weet wel, die nomadententen, en is prachtig gelegen. Ik hou er halt voor een korte pauze. Ik geraak aan de praat met de sympathieke eigenaar en bestel een stuk chocoladetaart en een glas grenadine. Handig dat er een bronnetje is meteen naast de tafels, zodat hij mijn glas met fris bronwater kan bijvullen. Ik blijf evenwel niet te lang hangen, want ik voel me goed en wil nog doorwandelen zolang ik kan. Ik neem afscheid van de beste man en zet mijn weg voort. Een tiental dagen na mijn passage werd de hele refuge verwoest door een modderstroom.
Na 11km, op ongeveer 2146m hoogte staat er een schuilhut en dit had eventueel een slaapplaats kunnen zijn, maar ik blijf doorstappen. Alles zit fysiek goed vandaag. De hemel trekt even toe en er staat een fris windje. Maar eens ik over de Col des Ayes (2477m) ben, toont de zon zich opnieuw. Tijdens de afdaling zie ik een hele groep wandelaars in het hoge gras een eind van het pad zitten. Ik zie iemand naar mij gesticuleren. Het is Arthur en ik herken ook Alexandre, de Zwitser, en Henri evenals twee onbekenden: Perinne, een jonge studente uit Lille/Rijsel, en Elzasser Benoit. Ze zijn allen verwonderd dat ik nog aan het wandelen ben. Alexandre had hen verteld dat het niet zo goed ging met mijn enkel. In elk geval goed genoeg om weer verder te trekken. Arthur houdt me iets later gezelschap.
De afdaling gaat erg vlot. Ik loop als het ware naar beneden, want het pad laat dit toe. Zo ben ik snel bij l’Eychaillon (2139m). Hier zijn via ferrata’s, een klein meertje en een grasvlakte die mij goed genoeg lijkt als bivakplaats. Ietsje verder loopt het pad tussen de bomen, maar is er wat verwarring hoe we exact moeten. In elk geval moeten we dalen en even later komen we door de reuzachtige en leukgelegen camping van de Izoard (1858m). Om 15u20 staan we in Brunissard (1745m) waar we even halt houden voor een drankje en een snack. De weg die hier langs loopt, de D902, is die waar de renners in de Tour de France enkele weken eerder langsreden om via de Casse Déserte de Col d’Izoard (2362m) over te steken. Om 16u wandelen we door naar de Lac de Roue waar Arthur en ik van plan zijn om onze tenten op te zetten.
Na La Chalp (1684m) loopt het pad door een bos, maar vanaf Les Maisons (1691m) wandelen we in de volle zon en is het bloedheet. En om aan het Lac de Roue (1847m) te geraken is er eerst nog een korte, pittige beklimming. Uiteindelijk arriveren we kort voor 18u. Tussen de bomen, aan de zuidelijke kant van het meer, blijken heel wat mensen te kamperen. Het is er ook luidruchtig. Arthur en ik wandelen eenmaal rond het meer om een rustigere plek te vinden. Uiteindelijk kiezen we toch voor de ietwat schuin aflopende grasvlakte aan de zuidwestelijke zijde van het meer. Niet veel later komen ook Marine en Stevie aangewandeld. Nadat zij zich hebben geïnstalleerd eten we met z’n vieren. Blijkt dat zij de nacht voordien inderdaad aan het kapelletje van Saint-Pancrace hadden geslapen.
Gegevens wandeling:
Datum: Dinsdag 13/08/2019 Etappe: Briançon > Lac de Roue
Afstand: 24,8 kilometer
Stijgingsmeters: 1513m
Dalingsmeters: 878m
Weer: Zonnig, 24°C