Vandaag heb ik me voorgenomen niet zo ver te wandelen, tot circa Chalets des Acles (1867m), maar enigszins onverwacht zou de etappe nog korter uitvallen dan oorspronkelijk gepland.
Het belooft een prachtige dag te worden. Terwijl ik mijn tent afbreek en mijn spullen opberg, krijg ik toch echt het gevoel dat ik al erg ver in het zuiden van Frankrijk zit. Om 8u40 ben ik klaar. Ik ga nog eerst bij Marine en Stevie langs, die net aan het ontbijt beginnen. Daarna loop ik een stukje terug naar een bruggetje bij Les Serres (1755m) om dan weer richting Granges de la Vallée Étroite (m.a.w. de plaats van de twee Italiaanse refuges) te wandelen. Onderweg zie ik iemand in de verte gebaren naar me maken. Ik wandel door en pas achteraf dringt het tot me door dat dat Arthur moest geweest zijn. Aan de refuges kom ik Henri tegen die hier een ontbijt had besteld.
Nog voor we rechts afslaan om aan de klim te beginnen, worden we aangeklampt door een familie Italianen. Ze zijn niet helemaal zeker hoe ze van hieruit naar de top van de Aiguille Rouge moeten. Voor alle duidelijkheid: ze hebben het niet over de Aiguilles Rouges in de Haute-Savoie, noch de de 3227-meter-hoge berg in de Vanoise, want dan zaten ze maar een vijftigtal kilometer verkeerd, maar wel over een kleiner broertje van 2545 meter hoog. Ze tonen me een kaart op hun gsm (mobieltje, voor de Nederlandse lezers). Ik val bijna om. Ze gebruiken Google Maps om te navigeren! In de bergen! Ik toon hen mijn wandelkaart en hoe ik denk dat ze daar omhoog geraken. Ze moeten meer dan 6 kilometer klimmen en zo’n 850 meter omhoog dus ik schat toch een kleine 2,5 uur wandelen. Misschien wat meer vermits ze niet bepaald op doorwinterde wandelaars lijken. Ik geef hen mijn mening, maar ze lijken daar niet mee akkoord te gaan. Tja. Wat kan ik nog meer doen?
Ik begin er samen met Henri aan. Al na enkele honderden meters moet ik lossen. Die jongen wandelt aan een verschroeiend tempo. Geregeld krijg je fantastische vergezichten op de vallei voorgeschoteld. En weer denk ik aan de woorden van de man in de refuge de la Leisse. Eenmaal voorbij de Col des Thures (2194m) gekomen is de Vallon des Thures (2162m) plots een andere wereld. De vallei ligt er droog bij en dit is echt hoe ik me het droge Spanje of Italië voorstel. Aan de col zijn er verschillende groepen jongeren die hier blijkbaar de nacht doorgebracht hebben. Ook de afdaling naar Roubion en Névache is prachtig. Aan La Demoiselle of de Cheminée de Fée (1870m), een mooi uitstekend stuk rots, loop ik Henri weer tegen het lijf en maak ik kennis met Alexandre, een Zwitser die we de volgende twee weken nog vaak zullen tegenkomen. Hoewel Henri en Alexandre sneller wandelen dan ik, kan ik hen in de afdalingen moeiteloos volgen. Iets voorbij de Chalet Forestier lijkt het pad hier een tijdje geleden weggespoeld, waardoor we ons genoodzaakt zien om van het talud in de rivierbedding te springen, ruim anderhalve meter lager. Ik ga als laatste. Eerst kan ik me nog houden, maar dan kom ik slecht neer op mijn sowieso al verzwakte rechterenkel. Dit soort verzwikkingen heb ik eerder al gehad en daar heb ik na een tiental minuten nooit meer last van.
Uiteindelijk komen we in Roubion (1610m) aan bij het kapelletje en hebben we inmiddels gezelschap gekregen van “Le Marseillais” Arthur. We noemen hem Le Marseillais omdat hij helemaal bruingebrand is. Hij is immers net voor de GR5 de GR70 gewandeld en lijkt dus wat op een Zuiders type en hij kan ook echt met Zuid-Franse tongval spreken. In het dorpje vinden we een chocolaterie en een kleine kruidenier met een heel ruim gamma. Arthur en ik gaan naar de pizzeria (erg lekker!) hier om de hoek en drogen onze spullen. Inmiddels komt ook de wind opzetten, dus dat belooft voor vannacht. Inmiddels zijn Marine en Stevie ook komen aansluiten. Arthur en ik nemen afscheid. Net als Henri wil hij de GR5C nemen. Die is een stuk korter dan de originele GR5. En de 5C heeft ook nog eens een variant die over een bergkam gaat die nog een heel stuk erger is dan de Crête des Gittes en met die opzettende wind zal dat geen lachertje worden.
Om 13u50 ga ik verder. Ik heb nog zo’n 8 kilometer voor de boeg, waarvan de eerste 3 vlak zijn. Na een kilometer begint mijn rechter enkel op te spelen. Eerst kleine pijntjes, dan erge pijn. Ik strompel verder. Ik begin luidop te vloeken! Het kan toch niet waar zijn dat ik twee jaar na elkaar moet opgeven? Ik zet mijn zinnen op Plampinet (1483m) en de refuge aldaar. Daar kan ik wat ijs vragen en zien of het betert. Eerst probeer ik buiten in de tuin van de refuge wat te bedaren met ijs op mijn enkel. Na een uurtje of wat, zet ik mijn tent in de velden achter de refuge op. Daarna mag ik de douche gebruiken en installeer me tenslotte opnieuw in de tuin van de refuge, waar Alexandre een boek leest. We geraken aan de praat en maken er een gezellige avond van met onze wandelanekdotes.
Gegevens wandeling:
Datum: Zondag 11/08/2019
Etappe: Les Granges de la Vallée Etroite > Plampinet
Afstand: 13,5 kilometer
Stijgingsmeters: 476m
Dalingsmeters: 738m
Weer: Zonnig, 22°C