Mijn eerste hotelontbijt tijdens corona is een nogal speciale ervaring. Geen buffet en dus wordt alles in plastic verpakt naar de tafel gebracht. Ook een bord omelet met spek krijgt een plastic dekentje. Ik vraag of het mogelijk is om nog meer te krijgen, maar dat gaat blijkbaar niet. En dus moet ik met een licht hongergevoel op stap. Eerst heb ik nog een halte bij de kleine supermarkt gepland, maar die gaat pas om 8u30 open. Ik ben een kwartier te vroeg en dus wacht ik tegenover de winkel tot de eigenares op het openingsuur aangereden komt. De winkel verkoopt vooral grotere verpakkingen, maar ik vind desondanks nog een en ander om het weekend mee door te komen, want op zondagen zijn alle supermarkten hier dicht.
De Eifelsteig verlaat Monschau via de Kierberg en dat betekent dus klimmen. Eerst gaat het naar het kerkhof met daarnaast een kapelletje en een kleine grasvlakte waarop ik had kunnen bivakkeren. Dan weer omlaag om tenslotte weer te klimmen en de Perlenbach in de hoogte te volgen. Niet veel verder passeer je twee viewpoints, de Teufelsley en de Engelsley, maar in beide gevallen is het zicht te beperkt. Het woord "Ley" is typisch voor deze regio en betekent zoveel als rots of klip. Aan de Engelsley is de markering verwarrend, maar kies ik gelukkig het juiste pad. Was ik naar beneden gegaan, kwam ik aan camping Perlenau uit. Naar boven zou ik een afkorting genomen hebben naar Höfen, maar daar moet ik pas later zijn. Een kilometer verder kom ik aan de Perlenbachtalsperre. Het stuwmeer is half leeg en dat zorgt niet meteen voor de knapste foto's. Wat verder in een bocht hou ik even halt op een bankje en geniet van het uitzicht. In Höfen kom ik langs een zogenaamd Nationalparktor, oftewel toegangspoort tot het Nationaal Park, maar ik merk er weinig van. Höfen is bekender om de vele heggen die er geplant zijn om eigendommen te beschermen tegen sterke winden en het afkoelen van de huizen in de winter. Eerlijk gezegd zie ik nergens een goed voorbeeld van een heg die tot 8 meter hoog kan worden. Misschien dat het Hecken-wandelpad wel voor een antwoord kan zorgen?
Na Höfen volgt het Kluckbachtal, een beschermd natuurgebied. Waar de Kluckbach in de Rur uitmondt en je een brugje oversteekt wordt het pad echt interessant. Eerst moet ik steil naar boven, om dan via een leuk pad bij het uitzichtpunt Perdsley te komen. Nu volgt de Eifelsteig de loop van de Rur en bij Grünenthal hou ik halt voor een middagmaal bij een gasthof dat aan de overkant van de rivier ligt. Daarom moet ik dus ook een eind terugwandelen vanaf de brug. Maar de rust van het plaatsje en het lekker eten zijn het zeker waard. Langs de Rur ligt ook een Jugendzeltplatz, een kampeerplaats voor jongeren. Er ligt aardig wat volk. De Rur, of in het Nederland Roer, is hetzelfde riviertje dat zijn naam geeft aan de Nederlandse stad Roermond, want daar mondt hij in de Maas uit.
Vanaf Grünenthal gaat het over het linkeroever en een leuk pad in de hoogtes boven de Rur. Af en toe krijg ik ook een leuk uitzicht voorgeschoteld, maar dan vind ik het uitzicht op het kruispunt van de Eifelsteig met de L106-weg nog impressionanter. Hier gaat het pad de berg steil omhoog langs een gedenkteken voor een jongen die hier kort na WOII op een mijn trapte en stierf. Het is nu de eerste keer sinds gisterenochtend dat het zweet van mijn voorhoofd parelt. Wie dit steile stuk niet wil doen, die kan de straat naar beneden volgen door het plaatsje Hammer en verderop aan de camping terug aansluiten. Achter de camping volg ik de Riffelsbach een stukje om dan af te draaien naar Dedenborn. In dat dorpje kan je de lus afsnijden die de Eifelsteig hier doet, maar die lus is toch de moeite waard. Al was het maar voor het uitzicht. Nadat ik Dedenborn achter me heb gelaten, stijgt ineens een zoete geur naar mijn neus. Nog voor ik ze zie, heb ik ze al geroken: frambozen! Massa's zijn er! Ik pluk er enkele en peuzel ze op terwijl het pad richting Einruhr gaat. In Einruhr, dat aan het enorme stuwmeer ligt dat gevormd wordt door de Rur en de Urft, is het een drukte van jewelste. Bij het naderen van het stadje zijn er ook veel meer wandelaars. Ik hou even halt voor een welgekomen ijsje.
Verlaten doe ik Einruhr via een steil steegje, gevolgd door een mooi stukje in de velden boven het stadje. Iemand heeft er zelfs een rustplek neergepoot voor wandelaars, met de oproep om er even te verpozen. En inderdaad is het hier wel een mooie plek om te rusten, met banken en een tafel. Wat hogerop kom ik aan een hut waar voldoende plaats is om te overnachten met enkel slaapzak en slaapmat. Nog een eind verder krijg ik een mooi zicht op het stuwmeer omdat de bomen er tegen de vlakte liggen. Het duurt nog een beetje voor ik langs het water kan wandelen, maar echt veel mogelijkheden om er even de voeten in af te koelen zijn er niet. Ik ben al bijna 33 kilometer ver als het pad steil omhoog gaat. De eerst afslag is om naar de Urftstuwdam te gaan, waar aan de overkant een eetgelegenheid blijkt te zijn. Ik moet echter nog verder omhoog. Aan een picknickbank met uitzicht op de stuwdam hou ik even halt. Vanaf nu kijk ik geleidelijk aan uit naar een bivakplaats, want het is immers al 18u. Onderweg naar de Dreiborner Hochfläche staan er ook nog borden die erop wijzen de paden niet te verlaten. Dit stuk werd destijds als schietsveld gebruikt en dus liggen er mogelijk nog onontplofte projectielen. Na een tijdje kom ik uit de bossen en knalt de zon vol op m'n gelaat. Ik kan ook een eerste blik werpen op de NS Ordensburg Vogelsang, maar daar kom ik morgen voorbij. Langs de kant van het pad zijn er geregeld vlakke stukken die geschikt lijken als bivakplaats, maar ik besluit mijn geluk te proberen in Wollseifen. Dat was ooit een florerend dorp dat op het einde van de oorlog beschadigd werd. In de zomer van 1946 moest het dorp ontruimd worden omdat de Britten het gebied als militair oefenveld wilden gebruiken. Vanaf 1950 kwam het Belgisch leger hier oefenen. Op de plaats van het oude dorp verscheen geleidelijk aan een spookdorp met huizen gebouwd door het leger. Van het oorspronkelijke dorp staat alleen de Sankt-Rochuskerk nog recht. Aan de kerk stond ooit ook een monument voor soldaten uit de Eerste Wereldoorlog, maar dat monument werd quasi helemaal vernietigd.
Het is nog wat vroeg om mijn tent al op te zetten en dus begin ik aan het avondeten op de picknickbanken. Als ik omstreeks 20u op het punt sta mijn nachtverblijf klaar te maken naast de kerk achter de maquette van het dorp, komt een grote groep amateurfotografen aangewandeld. Ze komen blijkbaar om foto's te maken van de sterren en vooral de Melkweg. In de Eifel is de lichtpollutie nog niet zo erg als over grote delen van Europa en dus is het best mogelijk hier een paar mooi beelden te schieten. Gelukkig zijn ze vrij stil en laten me slapen. Maar omstreeks 1u 's nachts komt een gans andere groep fotografen langs gewandeld en die maken een groot kabaal, tot ze doorhebben dat er een tent staat. Pas om 2u wordt het echt rustig en is iedereen weg. Tot om 5u30 een paar Nederlandse jongeren er niet beter op vinden om luidruchtig langs mijn tent te wandelen. Wat 'n leuke nacht!
Gegevens wandeling:
Datum: Zaterdag 18/07/2020 Etappe: Monschau > Wollseifen Afstand: 36,2 kilometer Stijgingsmeters: 1061m Dalingsmeters: 938m Weer: Zonnig.